MENAH WELLEN | MENAH DRAWINGS

Al 25 lange verhalen over leuke mensen werken we met haar samen. Illustrator Menah Wellen brengt hen tot leven en garneert onze verhalen telkens weer met de lekkerste illustraties. Dus besloten we om ons laatste verhaal in de serie ook met haar én over haar te maken. Ze is immers net zo goed een maker, die door ons opeens ook professioneel met eten bezig is.

We praten met de vrouw achter de pen, stiften en Ipad waar haar hersenspinsels tot leven komen. En samen blikken we terug op hoe zij het illustreren van Supplement heeft gevonden én welke easter eggs je als lezer misschien gemist hebt.

EEN KIJKJE IN DE KEUKEN

“Ik was zo’n baby met een potlood. Ik vond tekeningen altijd het leukst om te doen. Toen ik 16 was en klaar met de havo, heb ik nog heel even mode gestudeerd. Je moet toelating doen voor kunstacademies. Ik werd afgewezen voor illustratie in Utrecht, maar wel toegelaten tot vrije kunst in Arnhem én mode in Utrecht. Kleding zelf maken was toen een hele heftige hobby. Ik zei tegen mensen: tekenen kan ik al, ik ga wel mode studeren want dat vind ik ook leuk. Dat was allebei niet waar. Ik vond mode design niet leuk en, zo leerde ik achteraf, als je kan tekenen kan je nog niet illustreren. Op de opleiding kwam ik allemaal illustratie-studenten tegen en die vond ik veel aardiger en ik voelde dat ik daar hoorde. Toen heb ik weer toelating gedaan in Utrecht en werd ik wel toegelaten.”

“Achteraf ben ik daar een super nerd van geworden. Ik werd er super perfectionistisch van omdat ik voelde dat ik mezelf moest bewijzen.” Lachend: “het heeft me weer twaalf jaar gekost om dat af te leren.” Nadat ze in 2011 afstudeerde deed ze mee om de Fiep Westendorp-prijs te winnen, een prestigieuze award van de Jip en Janneke-illustrator. De prijs, en daarmee 20.000 euro, won ze. “Daardoor kon ik gelijk fulltime gaan illustreren. Nu achteraf vraag ik me af hoe ik het met 20.000 euro twee jaar kon uitzingen. Ik vraag me nu vooral af: wat at ik dan??” Het antwoord blijkt een beetje verdrongen, maar het zal waarschijnlijk neerkomen op heel wat pakjes instant noedels. 

“Ik begon met mijn toenmalige huisgenoot een VJ-act. Hij was heel erg into video art. Samen stonden we op verschillende avonden in clubs. Ik tekende live met witte inkt op zwart papier. Die tekeningen werden dan geprojecteerd over de videobeelden. Mijn afstudeerproject ging over geheimen. Op mijn eerste clubavond vroeg ik mensen daarom naar me toe te komen met een geheim. Dat tekende ik dan live. Naarmate de avond vorderde en de mensen steeds meer dronken werden, werden de geheimen steeds heftiger. Daarna begon ik met de visual notes. Dat zijn ook live tekeningen van bijvoorbeeld meetings en congressen. Veel zakelijker, maar ik kan er toch m’n creativiteit in kwijt. En dat live tekenen ben ik dus altijd blijven doen.”

GRAPPIG ÉN MOOIE ILLUSTRATIES MATCHEN

Een constante factor in haar werk, is Menah’s stijl. Of eigenlijk de diversiteit daarvan. “Ik heb niet echt een stijl, maar misschien wel tien. Ik wil ze altijd bij elkaar brengen, maar ik heb ook ontdekt dat het niet per se hoeft. Andere mensen zeggen namelijk altijd dat ze mijn stijl wel herkennen.”

Welke stijl bij welk stuk gebruikt wordt, hangt af van verschillende factoren. “Dat kan liggen aan het stuk zelf, maar ook aan iets wat ik die dag heb gezien of zelfs mijn bui. Het stuk van Nel werd bijvoorbeeld ‘opeens’ heel cartoony. Ik kan niet zo goed uitleggen waarom, want ik vind haar niet een soort stripfiguur.”

“De tekeningen van Emile zijn helemaal ‘raar’ geworden, bijna abstract. Normaal is mijn werk heel gefocust op personages en mensen, maar daar ging dat blijkbaar helemaal anders. We hadden een heel concept. We begonnen met zwart wit en eindigde met 4 kleuren. Ik kijk ook vaak op de website of Instagram van een zaak. Dan haal ik daar ook weer inspiratie uit. Dat bepaalt dan dus ook vaak de illustratie-stijl.”  

Een voorbeeld waar die stijlen even leken te gaan botsen was bij Wouter Kik. “Ik ben achteraf wel tevreden, maar ik zie ook dat mijn verschillende stijlen daar mengen. Het plaatje van Wouter voor het whiteboard is een grappige tekening, maar in een mooie stijl. Dat vind ik moeilijk. Terwijl die illustratie met de uien juist alleen mooi is met verschillende kleurvlakken en lagen.” 

HET IJSJE VAN ROBERTO

“Het leuke van Supplement is dat ik eten heb leren tekenen. Ik had een ijsje getekend voor bij het stuk van Roberto en Carlina en dacht opeens: bah. Het was een soort zwart ijsje met grijstinten. En ik besefte me dat eten er natuurlijk ook gewoon lekker uit moet zien.” 

En hoewel we weliswaar weinig schreven over het eten zelf, maar meer over de mensen, bleek dat wel een leuke uitdaging. “Ik heb geleerd iets met eten te doen wat ik met mensen al kon. Namelijk het ‘stylizen’. Als ik iemands gezicht teken denk ik: de basis moet kloppen. Je gezichtsvorm, een paar herkenbare elementen en de grote lijnen. Maar met de rest kan ik wel een beetje freestylen en creatief zijn. Dat maakt het ook leuk. Bij dingen die ik saai vind, zoals bijvoorbeeld een telefoon, teken ik het vaak gewoon zoals het isaar zit niet echt de leuke uitdaging.” 

Maar het soms haast sterwaardige eten met bijzondere opmaak bleek soms moeilijk voor de voormalig-noedel-liefhebber. “Vaak herkende ik ook niet wat iets precies was. Dan dacht ik: oh ja zo’n tak met blaadjes. Nu kijk ik soms naar de illustraties en vraag ik me af of ik het heb verzonnen of het echt een gerecht was.”

DE VEEL TE ENGE TIRAMISU VAN LOF DER ZOETHEID 

Gelukkig leende ook die verzonnen creaties zich uitstekend voor veel van de verhalen. “Ik teken veel live voor die visual notes. Daar kan je ook heel veel creativiteit kwijt, maar zit je minder op de details. Mensen kijken letterlijk op je vingers. Of er is een strakke deadline voor de visual notes van een podcast. Voor Supplement moest ik vooral opletten dat ik er niet te lang in doorging. Niet zozeer vanwege de tijdsdruk, maar meer omdat ik anders helemaal los ga en te lang over dingen blijf denken en eindeloos aanpassingen maak.”

Behalve een deadline was er bij Supplement voor Menah alle ruimte om te doen wat ze wilde. “Ik kreeg veel vrijheid. En er was natuurlijk een compleet, duidelijk verhaal. Soms was er zelfs te veel input en is het moeilijk kiezen wat wel en niet een tekening krijgt. Daarbij helpt het natuurlijk ook als je gewoon een zak organen mag tekenen of een afgehakt kippenhoofd in een pan en dat jullie dan zeiden: Ja, leuk!”

Het werkte ook omgekeerd. Tekeningen die te ver leken te gaan, waren juist waarheidsgetrouw. “Zoals de tiramisu van Lof der Zoetheid, die had ik getekend en toen dacht ik: deze is veel te eng. Maar toen ik even later ging kijken zag ik dat die van Anastasia en Elena nog veel enger was. Ik heb soms het gevoel dat ik ideeën heb die veel te ver gaan. Maar dat valt dan dus eigenlijk hartstikke mee.” 

Die vrijheid begon bij het eerste stuk over Luc Martin van Pig & Rye. “In mijn hoofd liep die illustratie langs het hele stuk. Maar als ik illustraties maak bij een stuk zijn het vaak een aantal losse afbeeldingen. Maar samen hebben we gezorgd dat hij hier écht naast het hele stuk kwam. Dan komt het echt uit zoals ik het voor me zie.” 

WIELRENNER OP TWEE AFWASBORDEN VAN DICK

En dat visualiseren kan Menah als geen ander. Ze werkte soms met enkel een briefing, een eerste versie van een verhaal of het complete verhaal. En hoewel wij bij het schrijven wel voorzichtig dachten wat ze zou kunnen tekenen, werden we toch altijd weer verrast. “Het is heel fijn dat je met illustreren meerdere lagen kunt creëren. Je kunt daar dingen samenbrengen die helemaal niet kunnen. In illustraties kunnen mensen bijvoorbeeld opeens vliegen. Daar hoef je niet eerst een trap bij te tekenen.” 

“Er zijn meerdere lagen en je kunt bruggetjes maken. Als Dick zegt dat hij wielrenner was én afwasser dan teken je een wielrenner op een fiets met in plaats van wielen vieze borden. Logisch toch?”

“Dat associatieve is wel een illustrator-ding. Op de kunstacademie moest je wel eens twee briefjes uit een hoge hoed trekken en daar dan iets mee tekenen. Maar bij mij staat het denk ik wel altijd extra aan. Ik heb dat bijvoorbeeld ook met woordgrappen. Ik kan daar dan niet mee stoppen.”

Tekenen is voor de illustrator sowieso een manier om die communiceren. “Dat is altijd al zo geweest. Als er als kind mensen aan de deur waren die ik niet kende, tekende ik ze zodat ik aan m’n ouders kon laten zien wie het waren. Tegenwoordig teken ik ook recreatief, bijvoorbeeld om overzicht te krijgen van situaties. Ik teken bijvoorbeeld ook wel eens diagrammen.” Lachend: “maar dan zijn ze wel vaak een stuk mooier, niet dat je nu een soort Excel voor je ziet. Als er iets in de familie speelt of ik heb een conflict met iemand, helpt het om het even uit te tekenen. Ik moet alles visualiseren om het goed te begrijpen. Nu ik het hardop zeg, is het best wel raar.”

BOERENKOOLTOPPEN VAN NEL

In onze interviews is het vaak een gerecht, dat moet worden afgemaakt voor de koks hun rust kunnen vinden. In die zin, al is het bij haar visueel, past Menah dus perfect bij deze reeks makers. Zelf ziet ze nog een andere overeenkomst tussen alle mensen die zij tekende. “Als lezer van de stukken vind ik het bijzonder om te zien dat vrijwel altijd de persoonlijkheid van de mensen achter zo’n zaak het geheime wapen blijkt. De motor was er altijd al.”

“Bijvoorbeeld die boerenkooltoppen van Nel. Die vond zij gewoon persoonlijk heel lekker en daarom ging ze ermee werken. Of het feit dat ze als kind al de konijnenkoppen wilde. Die dingen gebruikt ze nog steeds en dat is nu haar kracht.” 

“Ik vind sowieso een kijkje in de keuken altijd leuk. Ook niet-culinair gezien. Ik vind de podcast Song Exploder geweldig. Daar artiesten dan hoe ze een liedje hebben gemaakt. Soms hebben ze zes jaar gezocht naar een bepaald instrument om een specifiek geluid te maken. En andere keren vinden ze een ukulele van een tweejarig kind en komt het haast toevallig samen. Maar voor allebei geldt dat dat past bij de artiest en nodig was om succes te krijgen.” Je zou dus kunnen zeggen dat de juiste karakter-ingrediënten er altijd al waren. Het was alleen nog geen gerecht. Hetzelfde geldt voor Menah, als baby al met dat potlood in de hand. 

DE MATRIX VAN LUC

Hoe het zich vertaalt naar een liedje of in ons geval een illustratie bij een verhaal is volgens Menah een soort formule. “Ik denk altijd wel na over hoe een tekening eruit zou moeten zien. Het is een soort sommetje. Soms is het helemaal duidelijk en eenvoudig. Andere keren zijn er veel elementen die samen moeten komen. Zie het als de matrix van Luc Martin, je moet het opeens voor je zien.” 

“Ik maak bijvoorbeeld ook een beeldcolumn voor een magazine over mensenrechten. Daar moet ik ook zelf de input voor leveren. Daar zitten veel meer randvoorwaarden aan en dat maakt de formule ingewikkelder. Het moet inhoudelijk zijn, toch een beetje grappig en niet te veel over mij gaan. Want wie ben ik nou helemaal in dat verhaal?” 

“Mijn werkplezier zit ‘m vooral in de kleine details. Bij Dick Soek bijvoorbeeld. Daar was het al heel snel duidelijk dat het een weg of route moest worden. Als er dan vervolgens schapen in het verhaal voorkomen zet je die op de weg. En als zijn vader een banketbakker is die ’s avonds uitgeput op de bank valt is de uitkomst van die som dat ik hem teken op een bank in de vorm van een eclair.” Daarvoor hoeft het woord eclair helemaal niet voor te komen in het stuk, toch klopt het helemaal.

En zo zijn er nog veel meer prachtige details en easter eggs te vinden in alle grote stukken van Supplement. Lees en kijk ze vooral nog eens door, voor ons zijn de ontdekkingen van Menahs associaties en kleine bijzonderheden één van de grootste geneugten van het maken van Supplement geweest!

Illustraties: Menah Wellen